BNB 1996/218
Boetegelden van een bibliotheek. Niet-ontvankelijk bezwaar; het arrest-Emmott van het HvJ EG is niet van toepassing
HR 10-04-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA1808, m.nt. M.E. van Hilten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 april 1996
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Moor, de; Putt-Lauwers, van der
- Zaaknummer
30 068
- Noot
M.E. van Hilten
- LJN
AA1808
- JCDI
JCDI:ADS887515:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:1996:AA1808, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 10‑04‑1996
ECLI:NL:HR:1996:AA1808, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑04‑1996
- Wetingang
Art. 23 en 24 AWR - tekst 1992; art. 4, eerste lid, Wet OB 1968; art. 2 Zesde Richtlijn
Essentie
Boetegelden van een bibliotheek. Niet-ontvankelijk bezwaar; het arrest-Emmott van het HvJ EG is niet van toepassing
Samenvatting
Belanghebbende, exploitante van een bibliotheek, ontving op 14 februari 1991 een teruggaafbeschikking over de maand december 1990; zij maakte op 29 juni 1992 bezwaar omdat in strijd met HR BNB 1992/37, belasting is geheven van boetegelden.
Belanghebbende in cassatie: die heffing is in strijd met art. 2, eerste lid, van de Zesde Richtlijn; het bezwaar is, ondanks termijnoverschrijding, ontvankelijk ingevolge het arrest-Emmott van het HvJ EG.
HR: de Richtlijn is met betrekking tot vergoedingen als de onderhavige naar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.