FED 1999/223
Waardebepaling van optierecht
HR 20-01-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2647, m.nt. P.M. Verhagen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 januari 1999
- Magistraten
Stoffer; Zuurmond; Fleers; Beukenhorst; Monné
- Zaaknummer
34 157
- Noot
P.M. Verhagen
- LJN
AA2647
- JCDI
JCDI:ADS229346:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Loonbelasting / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2647, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑01‑1999
- Wetingang
Essentie
Waardebepaling van optierecht
Samenvatting
De waarde van een optierecht op aandelen wordt niet alleen bepaald door het verschil tussen de uitoefenkoers en de beurskoers (de intrinsieke waarde), maar ook door de mogelijkheid van waardestijging alsmede waardedaling (de verwachtingswaarde) van de aandelen.
Uitspraak
Het geschil betreft de navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1990.
VASTSTAAT:
2.1 Belanghebbende, geboren in het jaar 1947 en gedurende het gehele jaar 1990 in Nederland woonachtig, was vanaf 1 september 1988 als algemeen directeur in dienstbetrekking werkzaam bij de aan de beurs genoteerde vennootschap NV B te Q (hierna: B). De in Frankrijk gevestigde en aan de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.