BNB 2008/180
Heffingsbevoegdheid over ontslagvergoeding. Voorwaarde inzake doorbelasting heeft alleen betekenis voor het heffingsrecht van de werkstaat
HR 11-04-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC9185, m.nt. I.J.J. Burgers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 april 2008
- Magistraten
Berge, van den; Brunschot, van; Amersfoort, van; Lourens; Bavinck
- Zaaknummer
43 093
- Noot
I.J.J. Burgers
- LJN
BC9185
- JCDI
JCDI:ADS253725:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC9185, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑04‑2008
- Wetingang
Art. 15, eerste lid, art. 27, eerste lid, Belastingverdrag Nederland-Verenigd Koninkrijk 1980
Essentie
Heffingsbevoegdheid over ontslagvergoeding. Voorwaarde inzake doorbelasting heeft alleen betekenis voor het heffingsrecht van de werkstaat
Samenvatting
Voortzetting zaak HR, BNB 2004/345c*.
Belanghebbende was tot 1 augustus 1998 in dienst van een Nederlandse bank. Hij woonde en werkte tot 1 maart 1996 in Nederland. Van 1 maart 1996 tot 1 augustus 1998 werkte hij voor de bank in Engeland, waar hij van 1 maart 1996 tot 2 november 1998 ook woonde. Per 1 augustus 1998 is zijn dienstbetrekking ontbonden. In oktober 1998 heeft hij van de bank een ontslagvergoeding ontvangen.
Na verwijzing heeft het Hof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.