BNB 2007/300
Afschrijving op vastgoed. Bepaling restwaarde. Niet vooruitlopen op (mogelijke) toekomstige waardestijgingen
HR 10-08-2007, ECLI:NL:PHR:2007:AU3989, m.nt. A.O. Lubbers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 augustus 2007
- Magistraten
Brunschot, van; Amersfoort, van; Bavinck; Leemreis; Tijnagel
- Zaaknummer
39548
- Conclusie
A-G mr. Wattel
- Noot
A.O. Lubbers
- LJN
AU3989
- JCDI
JCDI:ADS889368:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AU3989, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑08‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AU3989, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 10‑08‑2007
- Wetingang
Art. 10 Wet IB 1964
Essentie
Afschrijving op vastgoed. Bepaling restwaarde. Niet vooruitlopen op (mogelijke) toekomstige waardestijgingen
Samenvatting
De restwaarde van een bedrijfsmiddel moet schattenderwijs worden bepaald op de waarde die dat bedrijfsmiddel bij de beëindiging van het gebruik door de belastingplichtige in elk geval zal hebben. Goed koopmansgebruik vereist niet dat bij de bepaling van de restwaarde rekening wordt gehouden met - bijvoorbeeld ten gevolge van te verwachten inflatie - wellicht waarschijnlijke, maar nog niet zekere toekomstige waardestijgingen van het bedrijfsmiddel.
Uitspraak
ARREST
gewezen op het beroep in cassatie van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.