FED 1999/466
Navordering. Uitzondering op aan aanslagbiljet te ontlenen vertrouwen dat belastingschuld definitief is vastgesteld. Onbesproken gelaten essentiële stelling.
HR 09-07-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2802
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 juli 1999
- Zaaknummer
34 665
- LJN
AA2802
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2802, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑07‑1999
- Wetingang
Vertrouwensbeginsel; art. 16, eerste lid, AWR; art. 17 Wet ARB
Essentie
Navordering. Uitzondering op aan aanslagbiljet te ontlenen vertrouwen dat belastingschuld definitief is vastgesteld. Onbesproken gelaten essentiële stelling.
Uitspraak
Aan belanghebbende, X, is voor 1994, met dagtekening 30 december 1995, aanvankelijk ten onrechte, een nihilaanslag opgelegd. In een brief gedateerd 22 november 1995 berichtte de aanslagregelende ambtenaar X dat de nihilaanslag onjuist was en dat een navorderingsaanslag zou worden opgelegd.
Op het beroep in cassatie van de staatssecretaris overweegt de Hoge Raad: Aan de regeling van een aanslag, blijkende uit het aan de belastingplichtige uitgereikte aanslagbiljet, mag deze het vertrouwen ontlenen dat daarmede zijn belastingschuld voor het jaar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.