FED 2003/560
Baatbelasting. Herinrichting historisch stadshart. Vervanging bestaande voorzieningen. Verbetering versus (groot) onderhoud. Vast bedrag aan te verhalen kosten in bekostigingsbesluit. Tijdstip beoordeling baat
HR 08-08-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AE2298, m.nt. J.A. Monsma
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 augustus 2003
- Magistraten
Ilsink Korthals Altes; Monné; Amersfoort, van; Berge, van den; Leemreis
- Zaaknummer
36 766
- Noot
J.A. Monsma
- LJN
AE2298
- JCDI
JCDI:ADS234494:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
Belastingen van lagere overheden (V)
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AE2298, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑08‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AE2298, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑08‑2003
- Wetingang
Art. 222 Gemeentewet
Essentie
Baatbelasting. Herinrichting historisch stadshart. Vervanging bestaande voorzieningen. Verbetering versus (groot) onderhoud. Vast bedrag aan te verhalen kosten in bekostigingsbesluit. Tijdstip beoordeling baat
Samenvatting
Baatbelasting kan worden geheven in verband met het door of met medewerking van het gemeentebestuur tot stand brengen van voorzieningen. Bij de onderhavige herinrichting van het historische stadshart van Breda zijn bestaande voorzieningen vervangen door nieuwe. De Hoge Raad beslist dat ook een wijziging of vervanging van een bestaande voorziening het tot stand brengen van een voorziening als bedoeld in art. 222 Gemeentewet kan inhouden, mits zulks in een verbetering van de bestaande voorziening resulteert. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.