BNB 2002/324
Opbrengst speelautomaten. Verdeling bewijslast
HR 12-07-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE5224
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 juli 2002
- Magistraten
Brunschot, van; Bavinck; Oven, van
- Zaaknummer
37 209
- LJN
AE5224
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE5224, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑07‑2002
- Wetingang
Art. 7 Wet IB 1964, art. 8:77, eerste lid , onderdeel b, Awb
Essentie
Opbrengst speelautomaten. Verdeling bewijslast
Samenvatting
Belanghebbende exploiteert een café, waarin speelautomaten zijn geplaatst. Hij heeft over de periode 1 januari 1992 tot en met 31 juli 1996 de tellerstanden van de automaten niet geregistreerd dan wel de registraties niet bewaard. Vanaf 1 augustus 1996 registreert hij de tellerstanden. In dat jaar en in 1997 blijkt de opbrengst van de speelautomaten veel hoger dan in voorgaande jaren. De Inspecteur legt over die voorgaande jaren navorderingsaanslagen op.
HR: Het Hof heeft geoordeeld dat de Inspecteur met de significante stijging van de opbrengst van de speelautomaten in de loop van 1996 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.