FED 1995/44:Belanghebbende (verkeersvlieger) heeft bij zijn werkgever een verklaring als bedoeld in art. 27, zevende lid Wet LB 1964 ingediend op grond waarvan geen loonbelasting is ingehouden op loonbetalingen. De verklaring is gebaseerd op belanghebbendes emigratie naar Ierland. Na een onderzoek door de FIOD blijkt belanghebbende in Nederland te wonen. HR: Geen rechtsregel dwingt ertoe aan te nemen dat reeds het enkele feit dat de inspecteur een (navorderings-)aanslag in de inkomstenbelasting zou kunnen opleggen, eraan in de weg staat dat hij gebruik maakt van zijn bevoegdheid aan de werknemer een naheffingsaanslag in de loonbelasting op te leggen. In casu is het complex van begane feiten als overtreding van art. 68 AWR en tevens als commuun delict ten laste gelegd. Reeds daarom vervalt ingevolge art. 21 AWR in dit geval de verhoging indien de strafrechter met betrekking tot voormeld complex van feiten een onherroepelijke uitspraak heeft gedaan.