BNB 2002/287
Buitenlands hoofdkantoor met vaste inrichting in Nederland kan deel uitmaken van Nederlandse fiscale eenheid
HR 14-06-2002, ECLI:NL:HR:2002:AD6434, m.nt. M.E. van Hilten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 juni 2002
- Magistraten
Zuurmond; Brunschot, van; Vliet, van; Bavinck; Oven, van
- Zaaknummer
35976
- Conclusie
A-G mr. Wattel
- Noot
M.E. van Hilten
- LJN
AD6434
- JCDI
JCDI:ADS888474:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AD6434, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 14‑06‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AD6434, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑06‑2002
- Wetingang
Art. 7, vierde lid, Wet OB 1968
Essentie
Buitenlands hoofdkantoor met vaste inrichting in Nederland kan deel uitmaken van Nederlandse fiscale eenheid
Samenvatting
HR: De territoriale beperking in art. 7, vierde lid, Wet OB 1968, in overeenstemming met art. 4, vierde lid, Zesde richtlijn, verzet zich er niet tegen dat het buitenlandse hoofdkantoor met een vaste inrichting in Nederland deel uitmaakt van een Nederlandse fiscale eenheid. Alleen ondernemers die buiten Nederland zijn gevestigd en in Nederland geen vaste inrichting hebben, zijn uitgesloten.
Dit brengt onder meer mee dat een buiten Nederland gevestigd lichaam met een vaste inrichting in Nederland dat deel uitmaakt van een fiscale eenheid, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.