BNB 1990/73
HR, 08-11-1989, nr. 25 257
HR 08-11-1989, ECLI:NL:HR:1989:ZC4143, m.nt. G. Slot
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 november 1989
- Magistraten
Vucht, Van; Jansen; Linde, Van Der; Bellaart; Korthals Altes
- Zaaknummer
25 257
- Noot
G. Slot
- LJN
ZC4143
- JCDI
JCDI:ADS886694:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1989:ZC4143, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑11‑1989
ECLI:NL:PHR:1989:7, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 31‑01‑1989
- Wetingang
Art. 28 Wet Vpb. 1969
Samenvatting
Wanneer kan een zuivere houdstermaatschappij als een beleggingsinstelling gelden? Bij de beantwoording van de vraag wanneer een zuivere houdstermaatschappij als een beleggingsinstelling kan gelden moet niet alleen worden gelet op het aspect van het besturen van de werkmaatschappijen door de houdstermaatschappij, maar ook op welke andere wijze de werkzaamheid van de houdstermaatschappij zozeer verweven kan zijn met het beleid van de werkmaatschappij dat haar feitelijke werkzaamheid niet meer kan gelden als ,,beleggen van vermogen''.
Van beleggen is sprake, indien het bezit van aandelen in een werkmaatschappij slechts is gericht op het verkrijgen van de waardestijging en het rendement ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.