FED 1996/728
HR, 30-08-1996, nr. 31 388
HR 30-08-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA2049
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 augustus 1996
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van
- Zaaknummer
31 388
- LJN
AA2049
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA2049, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑08‑1996
- Wetingang
Art. 39 Wet IB 1964
Uitspraak
Belanghebbende, X, bezat sinds 18 januari 1988 de volle eigendom van 75 aandelen A BV, alsmede het levenslange vruchtgebruik van de overige 75 aandelen. X' kinderen bezaten de blote eigendom. Tevens had X het stemrecht van alle aandelen, hetgeen volgens de statuten van A BV tot gevolg had dat X met betrekking tot de vruchtgebruikaandelen dezelfde rechten had als door de wet zijn toegekend aan de houders van certificaten van aandelen. Op 24 februari 1988 hebben X en zijn kinderen de vruchtgebruikaandelen voor f 1 850 000 verkocht en in volle en vrije eigendom overgedragen aan B BV. Uit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.