BNB 1995/238
HR, 21-06-1995, nr. 30 108
HR 21-06-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA1623
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 juni 1995
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Moor, de; Putt-Lauwers, van der
- Zaaknummer
30 108
- LJN
AA1623
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA1623, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑06‑1995
- Wetingang
Art. 7 Wet IB 1964
Samenvatting
Privé- of ondernemingsvermogen?
Belanghebbende, exploitant van een land- en tuinbouwbedrijf, heeft voordeel behaald bij de verkoop van verpachte grond die in zijn onderneming geen functie heeft vervuld.
HR: de feiten laten geen andere gevolgtrekking toe dan dat belanghebbende de grond tot zijn privé-vermogen diende te rekenen, tenzij hij ten tijde van de verkrijging daarvan de bedoeling had de grond te zijner tijd ten behoeve van de onderneming te gebruiken. Met betrekking tot dit laatste heeft de Inspecteur, door naast het feit dat de grond sedert 1958 tot 1987 onafgebroken op de balans heeft gestaan, slechts aan te voeren ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.