BNB 1995/341
HR, 11-10-1995, nr. 30453
HR 11-10-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA3116, m.nt. J.W. Zwemmer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 oktober 1995
- Magistraten
Stoffer; Zuurmond; Fleers
- Zaaknummer
30453
- Noot
J.W. Zwemmer
- LJN
AA3116
- JCDI
JCDI:ADS887477:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA3116, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑10‑1995
- Wetingang
Art. 36 Wet IB 1964
Samenvatting
Kantoorruimte in de woning
Belanghebbende, werkzaam bij de belastingdienst en in het belastinggebouw de beschikking hebbende over een kantoorruimte, heeft in zijn woning een kamer ingericht als werkkamer, dienende voor diverse werkzaamheden die samenhangen met de behoorlijke vervulling van zijn dienstbetrekking, in welke werkkamer hij zijn inkomsten uit dienstbetrekking niet grotendeels verwerft.
HR: belanghebbendes opvatting dat het in art. 36 Wet IB 1964 voorkomende begrip kantoorruimte in de woning van de belastingplichtige dezelfde betekenis heeft als het begrip werkruimte in art. 35, derde lid (oud), is door het Hof terecht niet als juist aanvaard.
Uitspraak
ARREST
gewezen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.