FED 2000/474
Bij bepaling waarde in het economische verkeer van ab-aandelen dient over- of onderrentabiliteit meegewogen te worden
HR 07-06-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA6122, m.nt. E. Aardema
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 juni 2000
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Brunschot, van; Vliet, van; Amersfoort, van; Lourens
- Zaaknummer
35513
- Noot
E. Aardema
- LJN
AA6122
- JCDI
JCDI:ADS229604:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA6122, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑06‑2000
- Wetingang
Art. 39, vijfde lid, Wet IB 1964
Essentie
Bij bepaling waarde in het economische verkeer van ab-aandelen dient over- of onderrentabiliteit meegewogen te worden
Samenvatting
Belanghebbende, X, bezit sinds 1970 99% en zijn echtgenote 1% van de aandelen in A BV.
Op 31 maart 1992 verkochten zij hun aandelen A BV aan B BV voor f 1 000 000. B BV was kort daarvoor door X's zoon opgericht. X en B BV zijn in 1994 of in 1995 overeengekomen de verkoopprijs van de aandelen A BV met terugwerkende kracht te verminderen tot f 40 000. In geschil is de hoogte van de in 1992 bij X te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.