WFR 1998/1534
HR, 26-08-1998, nr. 33 930
HR 26-08-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2559
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 augustus 1998
- Zaaknummer
33 930
- LJN
AA2559
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2559, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑08‑1998
- Wetingang
Art. 61a en 61b Wet IB 1964
Uitspraak
In 1988 tot 1990 is door belanghebbende, X, een pand gebouwd, waarvoor WIR-premie is ontvangen. X dreef tot 1 januari 1992 een onderneming in de vorm van een eenmanszaak, waartoe het pand behoorde. Vanaf 1 januari 1992 werd zij door X en zijn echtgenote gedreven in de vorm van een vof. Vanaf 1 mei 1992 werd zij door de vof, duurzaam voor langere tijd, bedrijfsmatig verhuurd. In geschil is of de verhuur van de onderneming moet leiden tot het aannemen van een fictieve desinvestering van het, in de verhuur begrepen, pand.
Hof Leeuwarden overweegt: Bij wijziging van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.