Inhoudsopgave
WFR 1993/1365:ENIGE OPMERKINGEN INZAKE DE FINANCIERING VAN EEN VENNOOTSCHAP NAAR AANLEIDING VAN HR 3 MAART 1993, BNB 1993/141
WFR 1993/1365
ENIGE OPMERKINGEN INZAKE DE FINANCIERING VAN EEN VENNOOTSCHAP NAAR AANLEIDING VAN HR 3 MAART 1993, BNB 1993/141
Documentgegevens:
MR. DRS. R.P.C.W.M. BRANDSMA (Werkzaam als inspecteur te 's-Gravenhage en als universitair docent aan de Rijksuniversiteit Leiden.), datum 01-01-1993
- Datum
01-01-1993
- Auteur
MR. DRS. R.P.C.W.M. BRANDSMA (Werkzaam als inspecteur te 's-Gravenhage en als universitair docent aan de Rijksuniversiteit Leiden.)
- JCDI
JCDI:ADS808045:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Wetingang
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
1 INLEIDING
Normaliter is de door een BV betaalde rente op grond van art. 7 Wet op de inkomstenbelasting 1964 (hierna Wet IB 1964) juncto art. 8 Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna Wet Vpb. 1969) aftrekbaar van de winst. Op 3 maart 1993 heeft de Hoge Raad een arrest, nr. 28 329, BNB 1993/141 (Dit arrest is ook besproken door A.M. Haberham in FED 1993, nr. 311, blz. 1241-1244.), gewezen waarin werd beslist dat een rentebetaling door een BV aan haar aandeelhouder - ondanks het feit dat zij niet als een vermomde winstuitdeling kon worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.