FED 1993/236
HR, 10-03-1993, nr. 28 139
HR 10-03-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC5286
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 maart 1993
- Magistraten
Jansen; Linde, Van Der; Bellaart; Korthals Altes; Jansen
- Zaaknummer
28 139
- LJN
ZC5286
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC5286, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑03‑1993
- Wetingang
Fraus legis; art. 15 Wet Vpb. 1969
Uitspraak
De aandelen in A BV zijn in handen van B BV en D BV, elk voor 50%. In 1982 richten B BV en D BV belanghebbende X BV op, nemen ieder voor de helft deel in het kapitaal ad f 2 500 000 en storten dat vol door inbreng van de aandelen A BV ter waarde van f 54 400 000. Voor het verschil worden zij gecrediteerd. Ter zake daarvan is een geldlening gesloten tegen een door X te betalen rente. Tussen X BV en A BV bestaat vanaf 1983 een fiscale eenheid. X BV compenseert in 1983 de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.