FED 2002/72
HR, 01-02-2001, nr. 35 985
HR 01-02-2001, ECLI:NL:HR:2001:BI7704
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 februari 2001
- Zaaknummer
35 985
- LJN
BI7704
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:ZC8134, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑02‑2002
ECLI:NL:HR:2002:ZC8134, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑02‑2002
ECLI:NL:PHR:2001:AV5964, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑04‑2001
ECLI:NL:HR:2001:BI7704, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑02‑2001
- Wetingang
Art. 2, derde lid, art. 9, eerste lid, en art. 28 Invorderingswet 1990; art. 33, eerste lid en art. 38, eerste lid, Wet IB 1964
Samenvatting
Heffingsrente niet rentedragend geworden op moment dat invorderingsrente gaat lopen. Heffingsrente daarom niet aftrekbaar.
Uitspraak
Aan belanghebbende, X, is in 1993 een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1991 opgelegd. Daarbij is hem heffingsrente in rekening gebracht. Doordat X tegen die aanslag tijdig een rechtsmiddel aanwendde, genoot hij in 1993 uitstel van betaling voor deze aanslag en de daarbij in rekening gebrachte heffingsrente. X deed ter zake van de aanslag en de daarbij in rekening gebrachte heffingsrente geen betalingen in 1993. Op grond van art. 28 jo. art. 2, derde lid, Invorderingswet 1990 wordt aan de belastingschuldige bij overschrijding van de ingevolge ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.