Buitenlandertarief (eerste belastingschijf) discriminatoir

Documentgegevens:

HR 28-05-1997, ECLI:NL:HR:1997:AA2203, m.nt. R.P.C.W.M. Brandsma

Instantie: Hoge Raad
Datum: 28 mei 1997
Magistraten: Berge, van den; Stoffer; Urlings; Zuurmond; Fleers; Pos
Zaaknummer: 28 946
Noot: R.P.C.W.M. Brandsma
LJN: AA2203
JCDI: JCDI:ADS227500:1
Vakgebied(en): Inkomstenbelasting (V)
Loonbelasting / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1997:AA2203, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑05‑1997
Wetingang: Art. 53b Wet IB 1964; art. 20b Wet LB 1964; art. 7, art. 48 en art. 52 EG-verdrag

Essentie

Samenvatting

Asscher, de belanghebbende, woont in België en heeft de Nederlandse nationaliteit. Hij is hier te lande belastingplichtig voor arbeidsinkomsten ingevolge een in Nederland vervulde dienstbetrekking. In geschil is of het bepaalde in art. 20b Wet LB 1964, ingevolge waarvan in de eerste tariefschijf door in het buitenland wonende werknemers 25% belasting verschuldigd is, in overeenstemming is met het Europese recht.

Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen oordeelde in de eerste plaats dat Asscher een beroep kan doen op art. 52 EG-verdrag, omdat hij zich ten opzichte van Nederland in een vergelijkbare ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.