BNB 2006/215
Wetswijziging met terugwerkende kracht leidt niet tot verschoonbare termijnoverschrijding. Gang naar civiele rechter stuit in casu niet af op formele rechtskracht van de aanslag
HR 28-04-2006, ECLI:NL:HR:2006:AW4062, m.nt. W.J.N.M. Snoijink
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 april 2006
- Magistraten
Pos; Monné; Amersfoort, van; Leemreis; Maanen, van
- Zaaknummer
40 956
- Noot
W.J.N.M. Snoijink
- LJN
AW4062
- JCDI
JCDI:ADS889127:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AW4062, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑04‑2006
- Wetingang
Art. 220d, eerste lid, onderdelen a en b, Gemeentewet (tekst vanaf 1 januari 2000); art. 6:11 Awb; Algemeen
Essentie
Wetswijziging met terugwerkende kracht leidt niet tot verschoonbare termijnoverschrijding. Gang naar civiele rechter stuit in casu niet af op formele rechtskracht van de aanslag
Samenvatting
Bij Wet van 5 februari 2001, Stb. 111 en 112, is de vrijstelling voor cultuurgrond en daarop geplaatste gebouwde eigendommen met terugwerkende kracht tot 1 januari 2000 verruimd voor de ondergrond van glasopstanden waarin substraatteelt plaatsvindt. Aan belanghebbende, een champignonkweker, zijn aanslagen onroerendezaakbelasting opgelegd gedagtekend 29 februari 2000. Belanghebbende kwam toen niet in aanmerking voor de vrijstelling, maar meent na de verruiming van de vrijstelling daarvoor wel in aanmerking te komen. De gemeente ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.