BNB 2006/188
Inbreng van bedrag in contanten valt niet onder bedrijfsfusievrijstelling; heffing van kapitaalsbelasting ter zake van die inbreng is niet in strijd met art. 56 EG
HR 13-01-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AU2287, m.nt. D. Juch
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 januari 2006
- Magistraten
Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Lourens,; Berge, van den; Leemreis
- Zaaknummer
40 866
- Conclusie
A-G mr. Niessen
- Noot
D. Juch
- LJN
AU2287
- JCDI
JCDI:ADS170757:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen van rechtsverkeer / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AU2287, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑01‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AU2287, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 13‑01‑2006
- Wetingang
Art. 37, tweede lid, onderdeel b, Wet BRV; art. 56 EG jo. art. 32 Wet BRV
Essentie
Inbreng van bedrag in contanten valt niet onder bedrijfsfusievrijstelling; heffing van kapitaalsbelasting ter zake van die inbreng is niet in strijd met art. 56 EG
Samenvatting
In 1999 richt A NV belanghebbende (X BV) op. Vervolgens brengt B AG, de moedervennootschap van A NV, in die NV acht buitenlandse deelnemingen in en verstrekt zij aan A NV een lening van € 1,8 miljard waarna A NV de deelnemingen en een bedrag in contanten van € 1,8 miljard inbrengt in belanghebbende. Belanghebbende is ter zake van die inbreng geen tegenprestatie verschuldigd; zij boekt de waarde van de inbreng als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.