HR, 13-09-1995, nr. 29 368

Documentgegevens:

HR 13-09-1995, ECLI:NL:PHR:1995:AA3131

Instantie: Hoge Raad
Datum: 13 september 1995
Zaaknummer: 29 368
LJN: AA3131
Vakgebied(en): Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1995:AA3131, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑09‑1995
ECLI:NL:PHR:1995:AA3131, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑09‑1995
Wetingang: art. 1 SW 1956

Uitspraak

Belanghebbende, X en Y, zijn de kinderen uit het eerste huwelijk van erflaatster A, die in 1983 in algehele gemeenschap van goederen is hertrouwd met C en in 1983 zonder een uiterste wilsbeschikking gemaakt te hebben is overleden. C is wegens moord op A strafrechtelijk veroordeeld en op grond van art. 4:885 BW onwaardig om erfgenaam te zijn. In HR NJ 1991, 593, is geoordeeld dat C bij de verdeling van die gemeenschap geen aanspraak kan maken op toedeling van de goederen die van de zijde van A in die gemeenschap zijn gevallen. Bij de scheiding en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.