BNB 2002/64
Zaak Athinaïki Zythopoiia AE. Er is sprake van bronbelasting als niet-belastbare inkomsten bij winstuitkering alsnog worden belast. Gevolgen voor 'surtax'?
HvJ EG 04-10-2001, ECLI:EU:C:2001:505, m.nt. G.T.K. Meussen
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
4 oktober 2001
- Magistraten
La Pergola; Wathelet; Edward; Jann; Sevón
- Zaaknummer
C-294/99
- Conclusie
A-G Alber
- Noot
G.T.K. Meussen
- LJN
AV2082
- JCDI
JCDI:ADS170713:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2001:505, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 04‑10‑2001
ECLI:EU:C:2001:263, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 10‑05‑2001
- Wetingang
Art. 5, eerste lid, Moeder-dochterrichtlijn jo. Hoofdstuk 2 , art. IV, onderdeel B, Invoeringswet Wet IB 2001
Essentie
Zaak Athinaïki Zythopoiia AE. Er is sprake van bronbelasting als niet-belastbare inkomsten bij winstuitkering alsnog worden belast. Gevolgen voor 'surtax'?
Samenvatting
Belanghebbende, een Griekse naamloze vennootschap, keert winst uit aan haar Nederlandse (92,17%) moedermaatschappij. Ingevolge de Griekse belastingwetgeving worden alsdan niet-belastbare inkomsten en inkomsten waarover op grond van een bijzondere regeling geen belasting wordt geheven, alsnog in de belastinggrondslag opgenomen.
HvJ EG: Aldus is sprake van een bronbelasting in de zin van art. 5, eerste lid, Moeder-dochterrichtlijn.
Noot Meussen: 'Surtax' in strijd met Moeder-dochterrichtlijn?
Uitspraak
ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.