Belastingblad 2000/63
Proceskostenvergoeding. Geen samenhangende zaken: beroep niet gelijktijdig of nagenoeg gelijktijdig ingesteld
HR 10-11-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2625
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 november 1999
- Zaaknummer
32 733
- LJN
AA2625
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Milieubelastingen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2625, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑11‑1999
Essentie
Proceskostenvergoeding. Geen samenhangende zaken: beroep niet gelijktijdig of nagenoeg gelijktijdig ingesteld
Uitspraak
In geschil is voor de toepassing van het Besluit proceskosten fiscale procedures of de onderhavige zaak van belanghebbende, X, samenhangt met de door X bij het hof ingestelde beroepen inzake de navorderingsaanslag IB 1983 en de aanslag IB 1984.
Op het beroep in cassatie van X overweegt de Hoge Raad:
's Hofs oordeel dat in de onderhavige en de hiervoor vermelde zaken "gelijktijdig of nagenoeg gelijktijdig" in de zin van art. 3, tweede lid, Besluit proceskosten fiscale procedures bij het hof beroep is ingesteld, is onjuist. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.