FED 2010/79
Navorderingsaanslagen in casu opgelegd in strijd met het EG-rechtelijke evenredigheidsbeginsel
HR 07-05-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM3301, m.nt. P. van der Wal
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 mei 2010
- Magistraten
den Berge, van; Schaap; Tijnagel; Heisterkamp; Feteris
- Zaaknummer
41 550bis
- Noot
P. van der Wal
- LJN
BM3301
- JCDI
JCDI:ADS198610:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Europees belastingrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BM3301, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑05‑2010
- Wetingang
Art. 16 AWR
Essentie
Navorderingsaanslagen in casu opgelegd in strijd met het EG-rechtelijke evenredigheidscommit; beginsel
Uitspraak
De Hoge Raad heeft in zijn arresten van 26 februari 2010, nrs. 43 050bis en 43 670bis, LJN BJ9092 en LJN BJ9120 (V-N 2010/13.7 en 13.8), regels geformuleerd die in verband met het door het Hof van Justitie genoemde evenredigheidsbeginsel in acht moeten worden genomen bij het opleggen van een navorderingsaanslag met gebruikmaking van de termijn van art. 16, vierde lid, Algemene wet inzake Rijksbelastingen (hierna: AWR) op een tijdstip waarop de ten aanzien van binnenlandse tegoeden geldende vijfjaarstermijn van art. 16, derde lid, AWR ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.