BNB 1997/369
Agio door plaatsing van aandelen bij zustervennootschap fiscaal niet aanvaard: fraus legis
HR 22-07-1997, ECLI:NL:HR:1997:AA2258, m.nt. R.E.C.M. Niessen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 juli 1997
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Zuurmond; Pos; Beukenhorst
- Zaaknummer
31 260
- Noot
R.E.C.M. Niessen
- LJN
AA2258
- JCDI
JCDI:ADS887816:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA2258, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑07‑1997
- Wetingang
Essentie
Agio door plaatsing van aandelen bij zustervennootschap fiscaal niet aanvaard: fraus legis
Samenvatting
Belanghebbende en zijn broer zijn, ieder voor 50%, aandeelhouder van E BV en F BV. Beide vennootschappen houden zich bezig met het beleggen van vermogen. E BV plaatst nieuwe aandelen bij F BV, waardoor bij E BV een aanzienlijk bedrag aan agio ontstaat. Vervolgens reikt E BV bonusaandelen uit, aan belanghebbende en zijn broer ten laste van de agioreserve, aan F BV ten laste van de winstreserve.
De Hoge Raad verwerpt de klacht tegen het oordeel van het Hof dat verijdeling van belastingheffing over de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.