V-N 1995/3934, 5
Algemene wet inzake rijksbelastingen. Administratieve rechtspraak belastingzaken Heffingsrente bij navordering conform de aangifte. Proceskostenvergoeding niet op basis van werkelijk gemaakte kosten
HR 01-11-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA3087, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 november 1995
- Magistraten
Stoffer; Wildeboer; Urlings; Herrmann; Fleers; Soest, van
- Zaaknummer
30720
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AA3087
- JCDI
JCDI:ADS897448:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA3087, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑11‑1995
- Wetingang
Essentie
Algemene wet inzake rijksbelastingen. Administratieve rechtspraak belastingzaken Heffingsrente bij navordering conform de aangifte. Proceskostenvergoeding niet op basis van werkelijk gemaakte kosten
Samenvatting
Blijkens de totstandkomingsgeschiedenis van art. 30a t/m 30d AWR heeft de wetgever tot uitgangspunt genomen dat alleen in de gevallen waarin bij de aanslagregeling van de aangifte is afgeweken, rente in rekening wordt gebracht (HR BNB 1991/152). Dit uitgangspunt is verwoord in art. 30c, eerste lid, AWR, waarbij de in die bepaling voorkomende zinsnede ,,met inbegrip van aanvullingen daarop voor zover deze zijn gedaan vóór de aanvang van het in art. 30a derde lid, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.