FED 1995/676
HR, 06-09-1995, nr. 30 244
HR 06-09-1995, ECLI:NL:PHR:1995:AA1663
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 september 1995
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Moor, de; Jansen, C.H.M.; Putt-Lauwers, van der; Soest, van
- Zaaknummer
30 244
- LJN
AA1663
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA1663, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑09‑1995
ECLI:NL:PHR:1995:AA1663, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑09‑1995
- Wetingang
Art. 15 Wet Vpb. 1969
Uitspraak
Belanghebbende, X BV, vormde in 1985 een fiscale eenheid met A BV, die verliesgevend was. In 1985 t/m 1988 is een vordering van X BV op A BV ontstaan ad f 403 191, waarvan de werkelijke waarde nihil was. In juni 1988 verkoopt X BV de vordering voor f 403 aan een derde.
In geschil is of X BV het hierbij geleden verlies ad f 402 788 in het verlies over 1988 mag begrijpen, hetgeen de inspecteur bestrijdt.
Het Hof Arnhem stelt de inspecteur in het gelijk.
Op het beroep in cassatie van X BV overweegt de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.