HR, 28-09-2001, nr. 36224

Documentgegevens:

HR 28-09-2001, ECLI:NL:HR:2001:AD3888

Instantie: Hoge Raad
Datum: 28 september 2001
Zaaknummer: 36224
LJN: AD3888
Vakgebied(en): Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
Belastingen van lagere overheden (V)
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2001:AD3888, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑09‑2001
Wetingang: Art. 220a, onder 3 en 4, en art. 220b, eerste lid, onderdeel b, Gemeentewet; art. 16, onderdeel c en d, en art. 24, vierde lid, Wet WOZ

Uitspraak

Onroerendezaakbelastingen. Samenstelbepaling. Afzonderlijke aanslagen.

De aanslagen betreffen een aan belanghebbende, X BV, in eigendom behorend stuk grond en water met opstallen. De opstallen zijn als onroerend aan te merken zomerhuisjes en stacaravans, die zijn opgetrokken respectievelijk geplaatst op kavels die door X BV zijn verhuurd. In geschil is of X BV terecht voor het geheel in de onroerendezaakbelastingen is betrokken.

Op het beroep in cassatie van B en W overweegt de Hoge Raad: Nu de onroerende zomerhuisjes en stacaravans door de huurders van de kavels zijn gebouwd op de aan X BV in eigendom toebehorende grond, zonder dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.