FED 2004/333
HR, 11-06-2004, nr. 39 093
HR 11-06-2004, ECLI:NL:HR:2004:AP1370
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 juni 2004
- Zaaknummer
39 093
- LJN
AP1370
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AP1370, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑06‑2004
- Wetingang
Art. 5, eerste lid, en art. 45, vijfde lid, Wet IB 1964; art. 26 IVBPR
Samenvatting
Geen discriminatie tussen gehuwden en ongehuwd samenwonenden voor aftrek persoonlijkeverplichtingenrente.
Uitspraak
Volgens de Hoge Raad en Hof 's-Gravenhage heeft de wetgever geen ongeoorloofd onderscheid gemaakt tussen niet duurzaam gescheiden levende gehuwden en ongehuwd samenwonenden, door te bepalen dat gehuwden tweemaal het maximale bedrag aan renten van schulden als persoonlijkeverplichtingenrente in aftrek mogen brengen en ongehuwd samenwonenden slechts eenmaal. Voor gehuwden geldt, anders dan voor ongehuwd samenwonenden, dat alleen de partner met het hoogste persoonlijke inkomen de persoonlijkeverplichtingenrente in aftrek mag brengen. Daarom heeft de wetgever ten aanzien van die partner bepaald dat het bedrag aan persoonlijkeverplichtingenrente dat maximaal in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.