FED 1989/455
HR, 28-06-1989, nr. 25 464
HR 28-06-1989, ECLI:NL:HR:1989:ZC4069
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 juni 1989
- Magistraten
Jansen; Linde, Van Der; Baardman; Bellaart; Korthals Altes; Soest, Van
- Zaaknummer
25 464
- LJN
ZC4069
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1989:ZC4069, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑06‑1989
- Wetingang
Art. 13 Verdrag Nederland-Belgie en art. 49 Wet IB 1964
Uitspraak
Belanghebbende, X, Nederlander, komt in januari 1979 met zijn vader A overeen de door hen in een VOF uitgeoefende onderneming in te brengen in de op te richten B BV. A verleent daarbij aan X het recht, 290 aandelen B BV a pari van hem te kopen. X verhuist in mei 1979 naar Belgie. Nadat B BV op 11 december 1979 tot stand is gekomen, maakt X op 31 december 1979 gebruik van zijn recht. In 1980 verkoopt X 170 aandelen B BV aan E BV. In geschil is of het bij de vervreemding behaalde voordeel op grond van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.