V-N 1998/6.29
EUROPEES RECHT Uitlegging art. 18, vierde lid, bij ernstig vermoeden van onjuiste en onvolledige aangifte
HvJ EG 18-12-1997, ECLI:EU:C:1997:623
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
18 december 1997
- Zaaknummer
C-286/94
C-340/95
C-401/95
C-47/96
- LJN
AV9238
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:1997:623, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 18‑12‑1997
ECLI:EU:C:1997:162, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 20‑03‑1997
- Wetingang
Zesde BTW-richtlijn
Essentie
EUROPEES RECHT Uitlegging art. 18, vierde lid, bij ernstig vermoeden van onjuiste en onvolledige aangifte
Uitspraak
De vier gevoegde zaken hebben als gemeenschappelijk kenmerk dat de Belgische autoriteiten ernstige vermoedens hadden van onjuiste en onvolledige aangifte voor de omzetbelasting dan wel ernstige vermoedens van fraude. In een van de zaken was sprake van een vermoeden van carrouselfraude, waarbij niet de BTW-afdracht werd ontdoken, maar waarbij BTW-overschotten worden gecreëerd. Het Belgische systeem voorziet in de mogelijkheid voor de belastingadministratie om een voor teruggaaf vatbaar BTW-overschot (dat wil zeggen door de belastingplichtige terug te ontvangen BTW-bedrag) in te houden indien ten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.