FED 1990/160
HR, 17-01-1990, nr. 26 221
HR 17-01-1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC4205
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 januari 1990
- Magistraten
Dijk, Van; Stoffer; Wildeboer; Urlings; Zuurmond; Moltmaker
- Zaaknummer
26 221
- LJN
ZC4205
- Vakgebied(en)
Belastingen van rechtsverkeer / Kapitaalsbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:ZC4205, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑01‑1990
ECLI:NL:PHR:1989:5, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑04‑1989
- Wetingang
Uitspraak
In belanghebbende, X BV, is door A BV een groothandel ingebracht die een deel vormt van de door A BV verkregen onderneming. Het pand waarin de groothandel wordt uitgeoefend, verhuurt A BV aan X BV. In geschil is of een zelfstandig onderdeel van een onderneming als bedoeld in art. 12, eerste lid, onder a Uitv.besl. Wet BRV is ingebracht.
Hof 's-Gravenhage stelt X BV in het gelijk.
Op het beroep in cassatie van de staatssecretaris overweegt de Hoge Raad:
Op grond van de geschiedenis van totstandkoming van art. 35, vierde lid, Wet BRV en in de lijn van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.