BNB 2000/45
Bindingspremie militaire vliegers
HR 15-12-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA3852, m.nt. Van Dijck
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 december 1999
- Magistraten
Stoffer; Korthals Altes; Zuurmond; Beukenhorst; Monné
- Zaaknummer
34 959
- Noot
Van Dijck
- LJN
AA3852
- JCDI
JCDI:ADS888102:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA3852, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑12‑1999
- Wetingang
Art. 31, tweede lid, Wet IB 1964
Essentie
Bindingspremie militaire vliegers
Samenvatting
Belanghebbende, vlieger bij de Koninklijke Luchtmacht, heeft zich verbonden zes jaar in dienst te blijven, waartegenover hij recht kreeg op een bindingspremie. Het Hof past het bijzondere tarief van art. 57, tweede lid, toe omdat het een uitkering ter zake van het nalaten van diensten in de zin van art. 31 aanwezig acht.
HR: In het licht van de toelichting bij de onderhavige regeling moet deze aldus worden uitgelegd dat zij ertoe strekt de officieren-vliegers door hun een extra beloning in het vooruitzicht te stellen voor een bepaalde periode te behouden voor de Klu, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.