FED 1999/471
Toepassing ondernemingsvrijstelling op aandelen in oude houdstervennootschap. Invloed van risico's verbonden aan borgstelling verkochte dochtervennootschap
HR 23-06-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2782, m.nt. N.C.G. Gubbels
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 juni 1999
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Brunschot, van; Vliet, van; Hammerstein; Amersfoort, van
- Zaaknummer
34 570
- Noot
N.C.G. Gubbels
- LJN
AA2782
- JCDI
JCDI:ADS229407:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensbelasting (V)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2782, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑06‑1999
- Wetingang
Essentie
Toepassing ondernemingsvrijstelling op aandelen in oude houdstervennootschap. Invloed van risico's verbonden aan borgstelling verkochte dochtervennootschap
Samenvatting
X is aandeelhouder van C BV. Op 1 april 1995 verkoopt C BV de aandelen in de dochtervennootschap D BV aan de zoon van X. Na deze verkoop bestaan de activa van C BV uit aan D BV verhuurde onroerende zaken, rentedragende leningen, een rekening-courantvordering op een bank en effecten. Daarnaast heeft C BV zich borggesteld, ook na de aandelenverkoop, van een bankkrediet van D BV. Dit bankkrediet zou zonder borgstelling van C BV niet zijn verlengd. Afgezien van het exploiteren van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.