BNB 1997/28
Feitelijk gebruik
HR 27-11-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA1754, m.nt. Van Leijenhorst
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 november 1996
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Zuurmond; Pos; Beukenhorst
- Zaaknummer
31 829
- Noot
Van Leijenhorst
- LJN
AA1754
- JCDI
JCDI:ADS887790:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA1754, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑11‑1996
- Wetingang
Essentie
Feitelijk gebruik
Samenvatting
Belanghebbende was eigenaar van de door zijn moeder bewoonde woning. De moeder is op 26 april 1993 overleden. Sindsdien werd de woning niet meer bewoond, maar de inrichting was op 1 januari 1994 nog ongewijzigd: de meubels zijn blijven staan.
Het Hof oordeelt dat belanghebbende het feitelijk gebruik heeft omdat hij de woning bij de aanvang van 1994 metterdaad bezigde voor opslag van het daarin aanwezige meubilair.
HR: Die gevolgtrekking wordt zonder nadere motivering niet gerechtvaardigd door de feitelijke situatie. Door rekening te houden met een brief van belanghebbende die de gemeente niet kende, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.