FED 2002/471
Buitenlands hoofdkantoor van een ondernemer met een vaste inrichting in Nederland kan deel uitmaken van een Nederlandse fiscale eenheid
HR 14-06-2002, ECLI:NL:HR:2002:AD6434, m.nt. K.M. Braun
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 juni 2002
- Magistraten
Zuurmond; Brunschot, van; Vliet, van; Bavinck; Oven, van
- Zaaknummer
35976
- Noot
K.M. Braun
- LJN
AD6434
- JCDI
JCDI:ADS234231:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AD6434, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑06‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AD6434, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑06‑2002
- Wetingang
Art. 7, vierde lid, Wet OB 1968; art. 4, vierde lid, tweede volzin, Zesde richtlijn
Essentie
Buitenlands hoofdkantoor van een ondernemer met een vaste inrichting in Nederland kan deel uitmaken van een Nederlandse fiscale eenheid
Samenvatting
De Hoge Raad oordeelt dat uit de territoriale beperking van de fiscale eenheid in art. 7, vierde lid, Wet OB 1968 in overeenstemming met art. 4, vierde lid, tweede volzin, Zesde richtlijn niet is op te maken dat het buitenlandse hoofdkantoor van een ondernemer met een vaste inrichting in Nederland geen deel kan uitmaken van een Nederlandse fiscale eenheid.
Uitspraak
Het geschil betrof de naheffingsaanslag omzetbelasting.
VASTSTAAT:
2.1 Belanghebbende wordt in Nederland aangemerkt als een fiscale eenheid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.