WFR 2004/1587
Belanghebbende ten onrechte in heffing omzetbelasting betrokken nu zij geen ondernemer is; er is geen sprake van verbruik.
HR 15-10-2004, ECLI:NL:HR:2004:AR4001
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 oktober 2004
- Zaaknummer
39 956
- LJN
AR4001
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AR4001, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑10‑2004
- Wetingang
Art. 3 lid 1 onderdeel h Wet OB 1968; art. 4, 7, 8 Wet OB 1968; art. 4 Zesde btw-richtlijn; art. 6 lid 1 Zesde btw-richtlijn; art. 11 onderdeel A lid 1 onder a Zesde btw-richtlijn
Essentie
Belanghebbende ten onrechte in heffing omzetbelasting betrokken nu zij geen ondernemer is; er is geen sprake van verbruik.
Uitspraak
De Hoge Raad oordeelt, anders dan Hof Leeuwarden, dat aan belanghebbende ten onrechte een naheffingsaanslag omzetbelasting is opgelegd voor de interne levering van zelfvervaardigde goederen. Belanghebbende is namelijk geen ondernemer. De door belanghebbende verrichte werkzaamheden zijn eigen activiteiten van belanghebbende, die de subsidieverstrekkende rijksoverheid geen voordeel hebben opgeleverd. Van verbruik is dus geen sprake.
Belanghebbende, stichting X, is een inrichting voor justitiële kinderbescherming. Zij houdt zich bezig met residentiële hulpverlening bestemd voor de tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.