HR, 17-02-1999, nr. 33 988
ECLI:NL:HR:1999:AA4525
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17-02-1999
- Zaaknummer
33 988
- LJN
AA4525
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Europees belastingrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:1999:AA4525, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑02‑1999; (Cassatie)
- Wetingang
- Vindplaatsen
V-N 2000/8.17 met annotatie van Redactie
NTFR 2000/160 met annotatie van dr. A. van Dongen
Uitspraak 17‑02‑1999
Inhoudsindicatie
-
Nr. 33988
17 februari 1999
gewezen op het beroep in cassatie van de Stichting X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 27 november 1997 betreffende na te melden naheffingsaanslag in de omzetbelasting.
1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof
Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 april 1996 tot en met 30 juni 1996 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting opgelegd ten bedrage van ƒ 4.526,-- aan enkelvoudige belasting, zonder verhoging, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof, dat deze uitspraak heeft bevestigd.
2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ‘s Hofs uitspraak beroep in cassa-tie ingesteld en daarbij enkele klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft bij vertoogschrift het cassatieberoep bestreden.
3. Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechts-ontwikkeling.
4. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
5. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is op 17 februari 1999 vastgesteld door de vice-president R.J.J. Jansen als voorzitter, en de raadsheren De Moor en Van Vliet, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Van Hooff, en op die datum in het openbaar uitgesproken.