FED 1998/485
HR, 15-07-1998, nr. 33586
HR 15-07-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2353
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 juli 1998
- Magistraten
Stoffer; Zuurmond; Fleers; Pos; Monné
- Zaaknummer
33586
- LJN
AA2353
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2353, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑07‑1998
- Wetingang
art. 46 Wet IB 1964; Uitvoeringsregeling IB 1990 art. 9
Uitspraak
Belanghs., X', geestelijk en lichamelijk gehandicapte dochter woont in een gezinsvervangend tehuis. Zij kan niet zelfstandig met het openbaar vervoer reizen. X heeft in 1994 als uitgaven tot voorziening in haar levensonderhoud ex art. 46(1)(a)(1°) IB, het in art. 9(1)(d) UR IB genoemde forfaitaire bedrag van f 675 per kalenderkwartaal. In geschil is of de Insp. de aftrek terecht heeft geweigerd omdat niet is voldaan aan de voorwaarde dat de dochter 'in belangrijke mate' d.w.z. voor ten minste f 56 per week, door X is onderhouden.
Het Hof Leeuwarden stelt de Insp. in het ongelijk.
Op het beroep ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.