FED 1996/21
HR, 13-12-1995, nr. 29716
HR 13-12-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA3167
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 december 1995
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Zuurmond; Herrmann; Jansen, C.H.M.; Moltmaker
- Zaaknummer
29716
- LJN
AA3167
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:1995:AA3167, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑12‑1995
ECLI:NL:HR:1995:AA3167, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑12‑1995
- Wetingang
art. 21 SW 1956
Uitspraak
Erflater, X, overleden op 5 september 1990, was gehuwd in algehele gemeenschap van goederen. Hij had bij testament niet afgeweken van de wettelijke regels van erfopvolging bij versterf, zodat zijn echtgenote en twee kinderen, A en B (belanghebbenden), ieder voor 1/3 tot de nalatenschap waren gerechtigd. Bij testament heeft hij een ouderlijke boedelverdeling gemaakt ex art. 4:1167 BW. Tot de ontbonden gemeenschap van goederen behoorde de echtelijke woning (een eigen woning ex art. 21, vierde lid, Succ.wet 1956) en een pakket courante effecten.
In geschil is of de inspecteur terecht bij de berekening van de verkrijgingen van A ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.