BNB 1998/231
Commanditaire vennootschap tussen huisgenoten. Gerechtigdheid tot het liquidatie-overschot
HR 22-04-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2423, m.nt. P.H.J. Essers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 april 1998
- Magistraten
Jansen; Bellaart; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Vliet, van
- Zaaknummer
33 329
- Noot
P.H.J. Essers
- LJN
AA2423
- JCDI
JCDI:ADS887879:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2423, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑04‑1998
- Wetingang
Art. 6 Wet IB 1964
Essentie
Commanditaire vennootschap tussen huisgenoten. Gerechtigdheid tot het liquidatie-overschot
Samenvatting
Volgens de tussen belanghebbende en zijn huisgenote gesloten overeenkomst van commanditaire vennootschap is de huisgenote voor 50% gerechtigd in het liquidatie-overschot van de vennootschap. Zij is dan in beginsel ondernemer. Dit is evenwel anders indien zij in werkelijkheid niet tot het liquidatie-overschot gerechtigd is, of indien deze gerechtigdheid betekenis mist omdat in de praktijk geen liquidatie-overschotten zullen voorkomen.
Het Hof heeft niet aangegeven welke omstandigheden hebben geleid tot het oordeel dat in casu de verdeling van het liquidatieresultaat onrealistisch is; de uitspraak is mitsdien niet naar de eis der ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.