BNB 2006/261
Extraterritoriale kosten van ingekomen werknemers. Wisseling van werkgever binnen drie maanden
HR 28-04-2006, ECLI:NL:HR:2006:AW4057, m.nt. P.H.J. Essers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 april 2006
- Magistraten
Pos; Monné; Amersfoort, van; Leemreis; Maanen, van
- Zaaknummer
40 217
- Noot
P.H.J. Essers
- LJN
AW4057
- JCDI
JCDI:ADS171857:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Loonbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AW4057, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑04‑2006
- Wetingang
Art. 9c, eerste lid, Uitvoeringsbesluit LB 1965
Essentie
Extraterritoriale kosten van ingekomen werknemers. Wisseling van werkgever binnen drie maanden
Samenvatting
Belanghebbende, van Engelse nationaliteit, is in mei 2000 als werknemer in Nederland komen werken. Voor hem was de toenmalige 35%-regeling van toepassing. Op 1 januari 2001 is hij gaan werken voor een mede door hem op te richten BV, welke BV op 1 mei 2001 tot stand is gekomen. Het verzoek om voortzetting van de (thans) 30%-regel is door de Inspecteur geweigerd omdat de dienstbetrekking bij de nieuwe BV niet is ingegaan binnen drie maanden na beëindiging van de oude dienstbetrekking.
HR: Het zwaartepunt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.