V-N 1999/56.18
OMZETBELASTING Verhuur. Constructie. Bij overdracht economische eigendom aan stichting moet worden uitgegaan van rechtsbetrekking tussen partijen
HR 24-11-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA3390, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 november 1999
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Moor, de; Vliet, van; Hammerstein; Lourens
- Zaaknummer
34 585
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AA3390
- JCDI
JCDI:ADS900448:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA3390, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑11‑1999
- Wetingang
Art. 3, eerste lid, Wet OB 1968; art. 11, eerste lid, onderdeel a, sub 2, Wet OB 1968; art. 13a, eerste lid, onderdeel b, Uitv.Besch. OB; art. 5, eerste lid, Zesde richtlijn
Essentie
OMZETBELASTING Verhuur. Constructie. Bij overdracht economische eigendom aan stichting moet worden uitgegaan van rechtsbetrekking tussen partijen
Samenvatting
Belanghebbende, een waterschap, is voor wat betreft de in het kader van de waterstaatkundige verzorging van het onder hem vallende gebied, geen ondernemer in de zin van ar. 7 Wet OB 1968 (tekst tot 31 maart 1995, 18.00 uur). Ter uitvoering van zijn taak liet het waterschap een rioolwaterzuiveringsinstallatie (de RWZI) bouwen. Met betrekking tot de bouw van de RWZI betaalde het f 7 144 214 aan omzetbelasting (ob). Het waterschap sloot met een op zijn initiatief opgerichte stichting op 30 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.