HR, 26-11-2004, nr. 39 230

Documentgegevens:

HR 26-11-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AO6358

Instantie: Hoge Raad
Datum: 26 november 2004
Magistraten: Niessen
Zaaknummer: 39 230
LJN: AO6358
Vakgebied(en): Belastingen van rechtsverkeer (V)
Belastingen van rechtsverkeer / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2004:AO6358, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑11‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AO6358, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑11‑2004
Wetingang: Art. 37, eerste lid, onderdeel a, jo. art. 37, tweede lid, onderdeel b of c, Wet BRV; art. 10, onderdeel b, Uitv.besl. BRV; richtlijn 69/335/EEG en richtlijn 85/303/EEG

Samenvatting

Hof Amsterdam had interne reorganisatievrijstelling van kapitaalsbelasting moeten toepassen.

Uitspraak

Anders dan Hof Amsterdam oordeelt de Hoge Raad de interne reorganisatievrijstelling van kapitaalsbelasting wél van toepassing op de kapitaalstorting in belanghebbende. Het hof oordeelde de vrijstelling niet van toepassing omdat X NV niet in de aangifte daartoe een verzoek had gedaan. De Hoge Raad oordeelt het op die grond ontzeggen van de vrijstelling in strijd met richtlijn 69/335/EEG, zoals gewijzigd door richtlijn 85/303/EEG. De Hoge Raad oordeelt verder dat de omstandigheid dat enkele activa bij de holdingmaatschappij zijn achtergebleven, niet verhindert de inbreng in X NV aan te merken ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.