FED 1999/288
HR, 21-04-1999, nr. 33 359
HR 21-04-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2739
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 april 1999
- Magistraten
Ilsink
- Zaaknummer
33 359
- LJN
AA2739
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
Belastingen van lagere overheden (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht (V)
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:1999:AA2739, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑04‑1999
ECLI:NL:HR:1999:AA2739, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑04‑1999
- Wetingang
Uitspraak
Waarderingsgeschil. Tweede mondelinge behandeling voor andere rechter dan eerste. Geen schending behoorlijke procesorde.
Aan belanghebbende, X, is een aanslag onroerendezaakbelastingen opgelegd. In geschil is de waarde in het economische verkeer van de onroerende zaak.
Op het beroep in cassatie van belanghebbende, X, overweegt de Hoge Raad: Bij de beoordeling van de klachten kan worden uitgegaan van de juistheid van X' stelling dat de tweede mondelinge behandeling van de zaak voor het hof heeft plaatsgevonden voor een andere rechter dan de eerste mondelinge behandeling. X' klacht dat niet alle argumenten die bij de eerste mondelinge behandeling zijn aangevoerd, ook ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.