FED 1997/209
HR, 19-03-1997, nr. 32 117
HR 19-03-1997, ECLI:NL:HR:1997:AA2111
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 maart 1997
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Zuurmond; Fleers; Beukenhorst
- Zaaknummer
32 117
- LJN
AA2111
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA2111, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑03‑1997
- Wetingang
Art. 36 Wet IB 1964
Uitspraak
Belanghebbende, X, in 1990 als jurist in dienstbetrekking werkzaam, verrichtte zijn werkzaamheden in een werkruimte in zijn woning. De werkzaamheden omvatten ook het houden van vergaderingen. De werkruimte, die een eigen ingang heeft, werd ook gebruikt door X' secretaresse, die op halftime-basis in dienst was van X' werkgever. De inrichting van de werkruimte bestond uit twee bureaus, een vergadertafel, kantoorapparatuur, boekenkasten, archiefruimte en een kitchenette met koelkast.
In geschil is of de werkruimte een kantoorruimte is ex art. 36, eerste lid, onderdeel b, Wet IB 1964, hetgeen X bestrijdt.
Hof Amsterdam stelt X in het ongelijk.
Op het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.