HR, 19-04-2000, nr. 35 363
ECLI:NL:HR:2000:AA5551
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19-04-2000
- Zaaknummer
35 363
- LJN
AA5551
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2000:AA5551, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑04‑2000; (Cassatie)
- Wetingang
art. 3 Wet op de omzetbelasting 1968
- Vindplaatsen
WFR 2000/702, 1
V-N 2000/22.13 met annotatie van Redactie
NTFR 2000/589 met annotatie van mr. drs. W.A.P Nieuwenhuizen
Uitspraak 19‑04‑2000
Inhoudsindicatie
-
Nr. 35363
19 april 2000
gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 4 mei 1999 betreffende na te melden aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. te Z gerichte beschikking inzake teruggaaf van omzetbelasting.
1. Beschikking, bezwaar en geding voor het Hof
Belanghebbendes verzoek om teruggaaf van omzetbelasting over het tijdvak februari 1998 tot een bedrag van ƒ 658.192,75 is door de Inspecteur bij beschikking van 7 mei 1998 afgewezen, welke beschikking, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof, dat deze uitspraak heeft vernietigd en teruggaaf van omzetbelasting heeft verleend over februari 1998 tot een bedrag van ƒ 658.192,75. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
De Staatssecretaris heeft tegen ‘s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Belanghebbende heeft bij vertoogschrift het cassatieberoep bestreden.
3. Beoordeling van het middel van cassatie
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Proceskosten
De Staatssecretaris zal worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat de zaak met nummer 35364 met de onderhavige zaak samenhangt in de zin van het Besluit proceskosten fiscale procedures.
5. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt de Staatssecretaris van Financiën in de kosten van de gedingen in cassatie aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op ƒ 2.840,-- voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Dit arrest is op 19 april 2000 vastgesteld door de vice-president R.J.J. Jansen als voorzitter en de raadsheren De Moor, Van Vliet, Van Amersfoort en Lourens, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Van Hooff, en op die datum in het openbaar uitgesproken.
Van de Staatssecretaris van Financiën wordt ter zake van dit beroep in cassatie een recht geheven van ƒ 340,--.