FED 2001/235
De plaatsbepaling van diensten van merchantbankers en ratingbureaus
HR 10-01-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AA9389, m.nt. H.W.M. van Kesteren
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 januari 2001
- Magistraten
Berge, van den; Jansen, R.J.J.; Zuurmond; Moor, de; Lourens, van Vliet en
- Zaaknummer
34 973
- Noot
H.W.M. van Kesteren
- LJN
AA9389
- JCDI
JCDI:ADS233959:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AA9389, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑01‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AA9389, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑01‑2001
- Wetingang
Art. 6, tweede lid, onderdeel d, onder 3 Wet OB 1968
Essentie
De plaatsbepaling van diensten van merchantbankers en ratingbureaus
Samenvatting
Belanghebbende, een verzekeringsbedrijf, ontving diensten van merchantbanker in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. De diensten van de merchantbankers hadden betrekking op de verwerving van, of deelneming in buitenlandse ondernemingen. Volgens de Hoge Raad is het van algemene bekendheid dat een makelaarsactiviteit op het terrein van bedrijfsovernames en bedrijfsfusies niet tot de diensten behoort die hoofdzakelijk en gewoonlijk in het kader van een van de in art. 6, tweede lid, onderdeel d, onder 3° Wet OB 1968 met name genoemde beroepen worden verricht. Evenmin kunnen deze diensten worden aangemerkt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.