Waarschijnlijkheid van fiscale rechtsgevolgen
Einde inhoudsopgave
Waarschijnlijkheid van fiscale rechtsgevolgen (FM nr. 145) 2016/4.2:4.2 Popper’s parallel met wetenschap
Waarschijnlijkheid van fiscale rechtsgevolgen (FM nr. 145) 2016/4.2
4.2 Popper’s parallel met wetenschap
Documentgegevens:
C. Bruijsten, datum 04-05-2016
- Datum
04-05-2016
- Auteur
C. Bruijsten
- JCDI
JCDI:ADS620513:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
K. Popper, In Search of a Better World, London: Routledge 2000, p. 3-4. Voor een studie naar de relatie tussen het werk van Popper en de Nederlandse rechtswetenschap, zie: J.A.I.Wendt, De methode der rechtswetenschap vanuit kritisch-rationeel perspectief (diss. Rotterdam), Zutphen: Paris 2008.
K. Popper, In search of a better world, London: Routledge 2000, p. 6.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Als aan een fiscalist een fiscale vraag wordt voorgeschoteld, dan zou hij het liefst stellig en zonder voorbehoud zeggen wat het antwoord op die vraag is, wat het rechtsgevolg is. Dit doet denken aan de wetenschapper die het liefst een definitieve theorie zou geven die alle waarnemingen (ook toekomstige waarnemingen) van een bepaald deelgebied exact zou verklaren. In een verhandeling over wetenschappelijke kennis (knowledge) postuleert Popper drie centrale kenmerken van wetenschappelijke kennis:1
‘The central features of scientific knowledge are as follows:
It begins with a problem, practical as well as theoretical. (…)
Knowledge consists in the search for truth – the search for objective true, explanatory theories.
It is not the search for certainty. To err is human. All human knowledge is fallible and therefore uncertain.’
Omdat alle menselijke kennis volgens Popper onzeker is, moeten we volgens hem niet zoeken naar zekerheid. Maar het is volgens Popper wel de moeite waard om te zoeken naar waarheid. Om het verschil tussen zekerheid en waarheid inzichtelijk te maken, maakt Popper een vergelijking met de juryrechtspraak:
‘Anyone who has ever been a juror will understand that truth is something objective, whilst certainty is a matter of subjective judgement.
When the jurors reach an agreement – a “convention” – this is called a “verdict”. The verdict is far from arbitrary. It is the duty of every juror to try to discover the objective truth to the best of his knowledge, and according to his conscience. But at the same time, he should be aware of his fallibility, of his uncertainty. (…)
The task is arduous and responsible; and it demonstrates clearly that the transition from the search for truth to linguistically formulated verdict is a matter of a decision, of a judgement.’2
Volgens Popper is rechtsvinding dus een zoektocht naar de waarheid. Een rechtsvinder die op zoek is naar de waarheid moet zich er echter van bewust zijn dat die waarheid verhuld kan zijn in een nevel van onzekerheid. Dit maakt rechtsvinding tot een lastig proces. Nu is fiscale rechtsvinding iets anders dan wetenschapsbeoefening. De interessante, door Popper getrokken parallel met juryrechtspraak laat echter zien dat wetenschap en rechtsvinding wel iets gemeen hebben, namelijk dat zekerheid niet altijd een einddoel kan zijn. Fiscale rechtsvinding is dan ook niet altijd het zoeken naar zekerheid omdat die zekerheid in veel gevallen simpelweg niet bestaat. Dat die zekerheid niet bestaat, is overigens de conclusie van mijn betoog. Waarom die zekerheid niet bestaat, zal ik gedurende mijn onderzoek nader uitwerken.